I stopped reading

Muziek is een taal. Als je een taal niet kunt lezen ben je analfabeet. “And I don’t understand what’s so cool about being an analphabetic” bromde Peter Erskine een paar jaar geleden tijdens een workshop op het conservatorium in Rotterdam. Helemaal mee eens natuurlijk. Ook drummers moeten kunnen lezen. Peter speelt niet alleen met talloze jazzartiesten. Hij is bijvoorbeeld ook de drummer van de soundtrack van alle drie de Incredibles films (echt waar!). Het inspelen van zo’n soundtrack heeft hij denk ik niet gestudeerd. Hij heeft soortgelijk werk ongeveer 1000 keer gedaan en speelt de bladmuziek in een keer weg.

lezenOok in de praktijk van de minder beroemde drummer komt het kunnen lezen van bladmuziek goed van pas. Bij de gebruikelijke invalklus op het jubileumconcert van Fanfare Vledder (niveau geen bezwaar) of Big Band Biggekerke (waar gezelligheid voorop staat) op de plaatselijke braderie, is de gage vaak zo beroerd dat er geen repetitie vanaf kan. Als je vanachter je drumstel in een winderige feesttent (wasknijpers mee!) probeert alles à-vue te raken heb je toch een hele leuke middag. Sightreading is leuk tijdverdrijf.

Tot zo ver de voordelen van het lezen van bladmuziek. Ik ben over nut en noodzaak van lezen heel anders gaan denken dan toen ik zes jaar geleden op een muziekschool in Zwolle – die nu niet meer bestaat – begon met lesgeven. Ik nam destijds van mijn voorganger leerlingen over die met drie jaar les nog nooit een boek hadden hoeven kopen. Ze lazen geen noot. Dat was voor mij als vierdejaars conservatorium student natuurlijk onverteerbaar.

Lezen in de praktijk

Ik had in New York een drumles van John Riley. Hij is als opvolger van Mel Lewis iedere maandagavond te horen met het Vanguard Orchestra in de beroemde Village Vanguard. De band heeft ruim vierhonderd stukken in de map. Het repertoire is nooit hetzelfde. Hij zij tegen mij het volgende:

To be honest, I stopped reading. While playing with the Vanguard Orchestra this means 3 or 4 mistakes every evening and 50% more fun.

Het was voor mij een eye-opener. Ook Peter Ypma tipte me na afloop van een concert minder te lezen. “Zie het als kaartlezen.” zei hij. “Bij de kerk links, dan de tweede rechts. Een stukje onthouden en dan weer even op de kaart kijken.” Het is namelijk onzin om al die maten slash notatie uit een soloschema te blijven lezen. Dat klinkt logisch, maar doe het maar eens; niet lezen terwijl je een partij voor je neus hebt. Dat is echt iets om te oefenen. Daar komt nog bij dat drumpartijen soms zo slecht in elkaar zitten dat de structuur van het liedje je volledig ontgaat. Vijf maten op één regel, dan een regel met drie maten en dan nog een met vier. Als je je oren open zet blijkt het gewoon een blues te zijn. Er zijn mensen die de sloot in rijden omdat de Tomtom dat zegt. Volgens mij is dat hetzelfde idee. GV²: Gezond Verstand Gaat Voor.

Natuurlijk werkt het voor iedere drummer anders. Wanneer ik een stuk uit het hoofd speel, betrap ik mezelf er soms op te spelen van een foto van de bladmuziek die ik m’n hoofd heb opgeslagen. 1e regel, 2e regel etc. Andere drummers zullen bij uit het hoofd spelen meer denken in de structuur van het stuk. 1e refrein, 2e refrein etc. Het resultaat van de tweede manier zal ongetwijfeld muzikaler klinken.

rowwen hezePlezier

Ook al kun je lezen je als een raaf. (Geen idee waar die uitdrukking vandaan komt.) Wanneer je niet leest houd je veel energie over. Die energie kun je weer stoppen in het luisteren, kijken naar het publiek en je mede bandleden en het afmaken van je spel met noten die beter op hun plek vallen en meer dynamiek.

Daarnaast is het voor het publiek (dat niet alleen komt luisteren maar ook komt kijken) veel leuker om muzikanten te zien die met elkaar bezig zijn, in plaats van met hun bladmuziek. Ga je naar een big band concert, dan zit je in veel gevallen toch te kijken naar de kont van de dirigent en 17 mannen in pak, starend naar hun lessenaar. De muzikanten hebben vast plezier, maar dat stralen ze niet altijd uit.

Bij Jump ’n Jive hebben we meestal zo’n 25 stukken op de setlijst staan vol breaks en accenten. Nu ik bij deze band gestopt ben met lezen lijkt het of ik veel meer hoor. Ik heb net als John Riley ‘50% more fun.’ Natuurlijk heb ik met mijn instrument makkelijk praten. Ik hoef tenslotte ‘alleen maar te drummen’. Het is in veel gevallen nu eenmaal eenvoudiger om een drumpartij  te onthouden dan een pianopartij.

Ik denk dat je als professioneel drummer goed moet kunnen lezen om vervolgens de keuze te maken het niet te doen.

Lezen op de muziekschool

Een tijdje geleden bracht ik een bezoek aan mijn oude drumleraar en grote voorbeeld Johan Faber. Vol trots liet ik hem een conceptversie van het Drumlesboek zien. Hij was gematigd enthousiast. “Een leuk boek, maar te veel op lezen gericht.” vond hij. “Ik heb het roer ten opzichte van jouw tijd hier op de muziekschool behoorlijk omgegooid.” vertelde hij me. Hij leert liedjes en drumsolo’s zoveel mogelijk op het gehoor aan. Zo traint hij niet alleen het gehoor van de leerling maar ook het geheugen.

biets

Johan liet me opnieuw nadenken over wat nu precies je doel moet zijn bij het opleiden van drummers op de muziekschool. De leerling moet een groove vol overtuiging neer kunnen zetten, goed kunnen functioneren in een band en goed kunnen luisteren. Lezen is geen doel op zich. Daar heeft alleen de drumleerling die later in een big band of orkest komt te spelen wat aan. En die leerling is de uitzondering. Probleem is natuurlijk wel dat je er vaak pas later achter komt dat je met zo’n uitzondering te maken hebt. En wil je goed leren lezen, dan kun je beter vroeg beginnen.

Nu ik de kunst van het loslaten iets beter beheers dan zes jaar geleden, maak ik er minder een probleem van als leerlingen niet willen of kunnen lezen. “De noten dansen op het blad” zegt Maarten als ik een blaadje voor zijn neus zet. Maarten heeft ook op school een leesprobleem. Dat lossen we op met elke week een huiswerkvideo die hij thuis kan bekijken. Gaat prima zo.

Ik probeer mijn leerlingen met steeds weer nieuwe bladmuziek te leren lezen zonder dat ze het door hebben. Ik heb leerlingen die een liedje dat ze voor het eerst zien bijna foutloos van blad kunnen spelen. Kicken is dat. Tegelijkertijd bestaat er het gevaar dat deze leerlingen niet met hun oren open leren spelen.

Grofweg heb je twee soorten drummers. Drummers die aanleg hebben om te luisteren en drummers die aanleg hebben om te lezen. Ik probeer deze drummers veel van het tegenovergestelde aan te bieden. Maar hoe ver moet je daarin gaan? ‘Kunnen horen hoe het er uit ziet’ en ‘kunnen zien hoe het klinkt’ zijn belangrijke vaardigheden maar maak ik ze niet te belangrijk? Immers, aan een drummer die na een avond spelen wel alle noten heeft geraakt maar niemand in het publiek heeft geraakt, heeft niemand iets.

3 reacties

Te gek Imre!
Leuk om te lezen.
Ik denk dat wat dit ‘probleem’ betreft drummers en zangers een aardige overeenkomst hebben.
Ik loop er ook tegenaan bij leerlingen en ben er nog niet uit hoe daar nou goed mee om te gaan. Je stukkie zet me weer aan het denken. Thanks 🙂

Groeten Norbert

Je vergeet een belangrijk ding: als ze kunnen lezen kun je veel sneller werken in de opleiding.Als alles op gehoor gaat zijn ze de helft van de opdrachten thuis alweer vergeten… Maar in de band de partij weg.

Bert Pfeiffer zei ooit tegen mij, haal je hoofd uit de bladen en speel! Als Rini Swinkels voor de band staat, heb ik weer wel de neiging om te lezen. Maar meneer Riley heeft wel gelijk. Dus mijn stappenplan is nu, thuis voorbereiden, tijdens de eerste repetitie wel lezen en dan loslaten. Totdat de trompetten beginnen te klagen dat ze niet weten wanneer ze moeten inzetten. Ach ieder heeft zijn eigen nukken.