Lullen over spullen

‘The Dutch Vintage Drum Meeting’, dat klinkt als een belangrijke vergadering voor mannen in pakken in een chique hotel. De werkelijkheid is iets anders. In een woonwijk in Nieuwegein, waar Spinvis op zijn zolderkamer ‘Dagen van Gras, dagen van stro’ in elkaar knutselde ligt Zalencentrum het Veerhuis. Stap het gebouw binnen, ga op de herrie af en het is alsof je een Man Bijt Hond item binnenwandelt. Tussen heel veel trommels staan overwegend mannen van een zekere leeftijd, hangend boven bakken oud ijzer op zoek naar dat ene boutje.

Deze mannen hebben één ding gemeen. Ze zweren bij vintage. Drummerken komen ieder jaar met mooie nieuwe spullen op de markt, maar daar moeten ze weinig van hebben. Niets haalt het namelijk bij een echte oud Ludwig Speedking of een Camco pedaal, een Radioking snare of de oude Paiste 602 bekkens. Oude trommels klinken nou eenmaal beter want het hout is gedroogd. Hoe ouder hoe beter. Dat sommige bekkenstandaards van ellende in elkaar storten zodra je er aan komt dondert niet. Vintage is beter en dat geldt ook voor de bekkens zelf. Drummers die om cymbal polish vragen worden meewarig aangekeken. Bekkens moet je niet poetsen! Die moet je onder de grond stoppen!

snaresIedereen is op zoek naar dat ene moertje, het juiste snarematje, een missend rubbertje dat al jaren niet meer in productie is of een mooi bekken. Soms tegen beter weten in want de echte mooie jazzbekkens, de oude K’s, liggen in Nederland in de oefenhokken en garages van Martijn Vink en Marcel Serierse en John Engels. Deze laatstgenoemde levende legende loopt zelf overigens ook rond in Nieuwegein (sjaaltje om). Terwijl hij staat te kletsen met de oude Piet Klaassen scannen zijn ogen het zaaltje af in zijn nimmer aflatende zoektocht naar bekkens. Alsof hij er nog niet genoeg heeft!

Terwijl Gerard uit Amsterdam alle prijzen in de door Rob en Tom georganiseerde loterij wint (niet zo gek als je 50 lootjes koopt) gaan de heren met het gemoedelijke gerommel in de bakken op de achtergrond door met wat ze het liefst doen: lullen over spullen. De gesprekken gaan over strainers, snarenmatjes, houtsoorten, kalfsvellen en…

…de eeuwige strijd met de wederhelften. Voor de meeste bezoekers is het volstrekt normaal om drie drumstellen te hebben. Ieder optreden vraagt immers om een ander geluid. Maar moeder de vrouw ziet de stapels trommels in huis alleen maar groter worden en ziet je al aankomen met alweer een nieuwe aanwinst onder de arm. Ik sprak in Nieuwegein een standhouder die een bassdrum verkocht omdat er thuis geen ruimte meer was voor de kinderwagen. Gitaristen schijnen hetzelfde probleem te hebben. Ik vond de volgende uitspraak op internet: ‘My biggest fear is that when I die, my girlfriend will sell all my guitars for what I told her they cost.’ Vorig jaar wist ik het te beperken tot een broodje kroket, maar dit jaar kwam kocht ik in Nieuwegein mijn vijfde snaredrum. Eenmaal thuis werd ik gewoon binnengelaten, zonder vragen over de prijs.