Waarom we beter kunnen stoppen met het uitdelen van cijfers

download de printervriendelijke pdf versie van dit artikel

Eindexamens, overgangstentamens en heel wat andere toetsen bij mij op het werk – het conservatorium – worden beoordeeld met een cijfer. Niet op elk instituut en niet op elke afdeling, maar het komt nog altijd veel voor. Terwijl, er zijn steeds meer redenen om te stoppen met het uitdelen van cijfers. Ik zal er een aantal toelichten.

Cijfers en motivatie

Cijfers zijn prima motivators voor leren, zo lees je bijvoorbeeld in Learner Centered Teaching[1]. De wetenschap dat er een cijfer volgt, geeft voor de student gewicht aan de toets. Cijfers zorgen er dus voor dat je als student harder gaat werken. Dat lijkt positief maar helaas verhogen cijfers alleen de extrinsieke motivatie en dat is wel een probleem. Sinds Deci & Ryan[2] kennen we namelijk het ‘overjustification effect’: het verschijnsel dat dat extrinsieke motivatie intrinsieke motivatie kan vervangen. Ik geef je een voorbeeld, uit eigen ervaring helaas: Eerst ben je intrinsiek gemotiveerd om muziek te maken. Eenmaal op het conservatorium komen er externe beloningen in het spel zoals studiepunten en cijfers. Wanneer die na je afstuderen wegvallen moet je ineens weer op zoek naar je intrinsieke motivatie omdat je die ergens onderweg verloren bent. Zonde!

In het dagelijks leven zullen verschillende vormen van motivatie, in- en extrinsiek, vaak tegelijkertijd aanwezig zijn. Je werkt bijvoorbeeld hard omdat je je werk leuk vindt. Maar zou je dat ook doen wanneer je niet betaald kreeg? Dat deze twee vormen ook in het onderwijs af en toe door elkaar lopen is niet erg en we zullen dat – alleen al omdat de verwachting is dat het afstuderen binnen vier jaar gebeurt – niet helemaal kunnen voorkomen. Ik denk wel dat we het onderwijs zo zouden moeten ontwerpen dat het voor studenten eenvoudiger is om contact te houden met hun intrinsieke motivatie. Het belang van autonome[3] motivatie moet je niet onderschatten. Het is namelijk de meest duurzame vorm van motivatie en ook nog de motivatie die beter leren en meer betrokkenheid tot gevolg heeft. Bij beoordelen met cijfers bestaat het gevaar dat die betrokkenheid verdwijnt en dat je alleen leert voor het cijfer.[4] Een van de dingen die je dus beter niet moet doen wanneer je intrinsieke motivatie en betrokkenheid belangrijk vindt, is beoordelen met cijfers.

Mindset en cijferstress

Carole Dweck, professor in de psychologie in Amerika, beschreef fixed en growth mindset[5]. Om je te ontwikkelen kun je beter een growth dan een fixed mindset hebben. Dat betekent heel kort door de bocht dat je niet zozeer gelooft in aanleg maar dat je door hard te werken ver kunt komen. “Wat fijn dat ik een fout heb gemaakt! Nu leer ik tenminste iets!” is het ultieme voorbeeld van growth mindset. Studenten die zichzelf een growth mindset hebben aangemeten vergelijken hun huidige prestatie over het algemeen met hun vorige prestatie. Interne vergelijking heet dat. Mensen met een fixed mindset zullen de eigen prestaties sneller met die van een ander vergelijken. Een groot nadeel van cijfers is dat ze die externe vergelijking makkelijker maken. Ze hebben zogezegd een selecterende werking.

Daarbovenop komt nog de vraag wat het behalen van lage cijfers met het zelfbeeld van studenten doet, helemaal wanneer die cijfers worden vergeleken met studenten die veel hoge cijfers halen. Aan de andere kant van het spectrum kunnen studenten die veel hoge cijfers halen de druk ervaren het altijd goed te moeten doen. Kortom, cijfers zijn een bron van stress voor veel studenten.[6] Dat is niet alleen heel vervelend voor die studenten. Het is ook zonde van de energie, want die kun je natuurlijk beter in het leerproces stoppen.

Slechts een deel van de boodschap

Een toets kan een formatieve en summatieve functie hebben. Hoe zat dat ook alweer? Formatief toetsen doe je tijdens een leerproces en heeft als doel informatie te geven over hoe de student het leren het beste kan voortzetten. Summatief toetsen wordt vaak gedaan na afloop van het leerproces en is bedoeld om te bepalen of het gewenste niveau behaald is.[7]

Summatief of formatief, in beide gevallen kan het resultaat van een toets een cijfer zijn. Alleen is dat cijfer slechts een deel van de boodschap, namelijk het voornamelijk summatieve deel dat zegt op welk niveau je je nu bevindt (feedback) en daaraan gekoppeld antwoord op de vraag: is het goed genoeg? (cesuur) Het andere – formatieve – deel van de boodschap bevat informatie over wat de volgende stap zou kunnen zijn richting het door jou gewenste doelniveau: feed forward. Om te leren heb je beiden nodig: feedback, maar ook feed forward.

Vind je het leerproces van belang? Dan mag het cijfer dus nooit de enige feedback zijn. Maar ook in de gevallen waar een cijfer wel wordt vergezeld van geschreven of mondelinge feedback en feed forward is er een probleem. Een vervelende eigenschap van cijfers is namelijk dat ze woorden doen ondersneeuwen. Sanne Blauw beschrijft dat verschijnsel mooi wanneer ze zegt: “Je moet cijfers neerzetten waar ze horen: naast woorden.” [8] Het is maar zeer de vraag of studenten na het cijfer nog wat horen en onthouden van de feedback en feed forward wanneer deze voorafgegaan is door een cijfer.

Cijfers en muziek

Bestaat je toets uit 20 rekenvragen en heb je er 13 goed, dan is het afhankelijk van je normering niet moeilijk om te bepalen dat het cijfer een 6,5 is. Iets gecompliceerds als muziek is veel minder eenvoudig te beoordelen omdat je te maken hebt met subjectieve luisterervaringen. Over een concert dat ik geweldig vind, is mijn medeluisteraar misschien veel minder enthousiast. Het is wat muziek zo fascinerend maakt en het is voer voor leuke discussies in het café.

Wanneer we van het café naar het conservatorium verhuizen, dan proberen we met behulp van formulieren gevuld met criteria van de subjectieve ervaring een objectieve, of op z’n minst intersubjectieve beoordeling te maken. Docenten nemen dat gelukkig heel serieus, zo is mijn ervaring. Maar kun je als beoordelaar altijd precies het verschil uitleggen tussen een 7,5 en een 8? Of zelfs tussen een 7 en een 8? Ik denk dat dat heel lastig is. De conclusie die je daaraan zou kunnen verbinden is dat je überhaupt niet moet willen proberen om de beoordeling van een muzikale prestatie in een cijfer uit te drukken.

Trouwens, wanneer je alleen het ambacht beoordeelt, dan zou je met cijfers misschien nog best een eind kunnen komen. Speel je een etude met de metronoom op tempo 100, dan krijg je een 7. Haal je zonder fouten het einde met de metronoom op 132 beats per minute, dan heb je een 9. Zo’n wijze van beoordelen als sportprestatie is lekker transparant en betrouwbaar, maar goddank gaat muziekonderwijs wel wat verder dan het denken in goed en fout. Toch?

Hoe moet het dan wel?

Veel alternatieven voor beoordelen met cijfers kennen ook zo hun beperkingen. Je kunt woorden gebruiken als onvoldoende, voldoende, goed en uitmuntend maar dan ben je eigenlijk weer een nieuwe schaalverdeling aan het optuigen. Zo’n schaalverdeling kent precies dezelfde problemen als cijfers.[9] Een beoordeling die beperkt is tot een V of een O stemt ook al niet tevreden. “Dan geef je eigenlijk iedereen die het haalt een zes.” zo is de gedachte bij cijferfans. Je doet op die manier geen recht aan het stuk boven ‘goed genoeg’ en creëer je zo niet juist een zesjescultuur? Er is  geen ruimte meer voor bovengemiddelde studenten die je een 9, 10 of ‘cum laude’ zou geven. Moeten we dat allemaal over boord gooien?

Het antwoord op die vraag is eigenlijk ‘ja’. De oplossing zou kunnen zijn dat je met de student in gesprek gaat over hoe hij (m/v/x) het gedaan heeft (feedback) en over wat de volgende stap zou kunnen zijn (feed forward). Natuurlijk refereer je daarbij aan de criteria die je van tevoren hebt bepaald (feed up) en waarvan de student goed op de hoogte is. Vervolgens vertel je de student of het toetsresultaat goed genoeg was. Dat doe je wat mij betreft op het eind van het gesprek, want het is volgens mij het minst interessante deel van de boodschap. Dikke kans trouwens dat de student het antwoord op die vraag tegen die tijd zelf al heel goed kan geven.

Wanneer je – zoals ik – het leerproces belangrijk vindt omdat je gelooft dat we als docenten de taak hebben onszelf overbodig te maken (er komt immers een dag waarop de student het helemaal zelf moet uitzoeken), dan is de student beter geholpen met goede feedback en feed forward dan met een cijfer. Je neemt de student en zijn ontwikkeling op deze manier veel serieuzer. Want, (en nu zijn we aangekomen bij misschien wel het beste argument tegen beoordelen met cijfers) welke boodschap wil je de student als muziekopleiding anno 2023 afgeven met toetsing? ‘Je bent één of geen van ons’? Of ‘hier sta jij in je persoonlijke ontwikkeling’. Bij het eerste passen cijfers, bij het tweede niet.

Wil je als opleiding autonomie controleren of ondersteunen? Of anders gezegd, wil je opleiden tot volgzaamheid, of betrokkenheid? En hoe verhoudt het beoordelen en waarderen van muziek in de beroepspraktijk zich eigenlijk tot de manier waarop we dat binnen de opleiding doen? Cijfers afschaffen en je niet buigen over dit soort belangrijke vragen zou symptoombestrijding zijn. Misschien zijn niet de cijfers het probleem. Het probleem is het aanbodgerichte en traditionele karakter van het onderwijs en de daarmee samenhangende selecterende aard van toetsing waar cijfers een gevolg van zijn.

De maatschappelijke trend van minder cijfers

Op veel andere plekken in het HBO-kunstonderwijs, bijvoorbeeld in de beeldende of theaterhoek, worden allang geen cijfers meer uitgedeeld. Docenten die daar werkzaam zijn, zullen de noodzaak van dit schrijven anno 2023 wellicht niet zo begrijpen. Die discussie hadden we toch al afgerond? In conservatoriumland helaas nog niet helemaal.

Feit is wel dat de wereld niet stil staat. Ook gymleraren worstelen met het beoordelen met cijfers berichtte de NOS.[10] De Volkskrant stapte dit jaar af van het vermelden van sterren bij boekrecensies.[11] Artsenopleidingen schaffen cum laude af vanwege de kans op burn-outs[12]. Voor NOS*NSF is de toptienambitie niet meer heilig. In Parijs gaat het niet om de medailles maar om de verhalen.[13] De Correspondent portretteerde een docent op een middelbare school die geen cijfers meer geeft[14] en er bestaat een beweging met de naam toetsrevolutie.[15] Rutger Bregman vraagt zich af of we niet meer kunnen uitgaan van de intrinsiek gemotiveerde mens.[16] Is dit nu het Baader-Meinhof fenomeen of is er iets gaande?

Conclusie

Het stoppen met cijfers geven zou je kunnen zien als gevolg van een maatschappelijke trend waarin de focus een beetje verschuift van excellentie naar ontwikkeling. Daarnaast bestaan er steeds meer inzichten over leren, motivatie en feedback die andere manieren van beoordelen rechtvaardigen. Ik zie dat als evolutie. Vooruitgang. Net zoals dat we er inmiddels achter zijn dat roken slecht voor je is en dat de aarde rond is[17], weten we anno 2023 dat het beoordelen met cijfers rampzalige gevolgen heeft voor de intrinsieke motivatie van studenten, een fixed mindset in de hand werkt, een bron is voor stress bij studenten en dat cijfers de aandacht wegtrekken bij waar onderwijs werkelijk om gaat: het leerproces. Ook scheppen cijfers de onterechte verwachting dat je muziek heel precies en objectief kunt beoordelen. Tenslotte passen cijfers volgens mij niet bij de boodschap die je als conservatorium over muziek zou moeten willen geven.

Prachtig, al die inzichten. Hoog tijd om ernaar te gaan handelen.

Imre Kruis, november 2023

Met dank aan kritische meelezers Hendrik Jan, Herman en Luc.


[1] Weimer, M. (2013). Learner-Centered Teaching: Five Key Changes to Practice. 2nd ed. San Francisco: Jossey-Bass. “Grades very effectively indicate how good students are at getting grades” lees je op pagina 170 van dit boek. Het werd me aangeraden door Tilmar Junius.

[2] Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2017). Self-determination theory: basic psychological needs in motivation, development, and wellness. Guilford Press. Dit is het standaardwerk waarvan ik niet geloof dat veel mensen het helemaal gelezen hebben. De zelfdeterminatietheorie is gelukkig op heel veel andere plekken beschreven. Ik deed ook een poging: https://youtu.be/6CbYJ33zeLM?si=cFgnZhCTJ3m2lBGm

[3] Intrinsiek? Autonoom? Intrinsieke motivatie is de meest autonome motivatie maar er zijn ook extrinsieke vormen van motivatie die autonoom zijn, en kort gezegd ‘over jezelf gaan’.

[4] Zie bijvoorbeeld https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/effect-cijfers-en-studiepunten-op-motivatie-studenten maar ook het heel prettig leesbare: Visser, J. (2023). Is het voor een cijfer? Hoe jongeren meer kunnen leren met minder stress. De Correspondent.

[5] Dweck, C. S. (2007). Mindset: The New Psychology of Success. Ballantine Books.

[6] Zie bijvoorbeeld: https://www.aob.nl/actueel/nieuws/haal-de-cijfers-van-hun-voetstuk. Een duidelijke beschrijving van dit probleem vind je ook in Is het voor een cijfer? van Johannes Visser. Zie noot 3.

[7] Ik vind eigenlijk dat elke toets – zelfs het eindexamen – ten minste een formatieve zou moeten zijn.

[8] Blauw, S. (2018). Het best verkochte boek ooit*: *met deze titel: hoe cijfers ons leiden, verleiden en misleiden. De Correspondent.

[9] “Cijfers en woorden komen grotendeels op hetzelfde neer” lees je hier:
https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/cijfers-of-woorden-op-een-schoolrapport

[10] https://nos.nl/artikel/2354231-gymdocenten-worstelen-met-beoordeling-het-is-nattevingerwerk en https://youtu.be/dzFKyHcEkjU?si=NiWZ6PQ7ihKjps4z

[11] https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/waarom-we-geen-sterren-meer-geven-bij-boekrecensies~bd5ebba9

[12] https://nos.nl/artikel/2484920-artsenopleidingen-willen-van-cum-laude-af-vermindert-risico-op-burn-out

[13] https://nos.nl/artikel/2484232-toptienambitie-noc-nsf-niet-meer-heilig-gaat-in-parijs-om-verhalen-niet-medailles

[14] https://decorrespondent.nl/14196/deze-leraar-geeft-geen-cijfers-meer

[15] https://toetsrevolutie.nl en https://decorrespondent.nl/14501/de-toetsrevolutie-is-begonnen-dit-zijn-de-rebellen-in-opleiding

[16] https://decorrespondent.nl/5445/weg-met-controle-leve-de-intrinsiek-gemotiveerde-mens

[17] “Net als een pannenkoek”, aldus Herman Finkers

1 reactie

Geef een reactie