Wat een leuk werk heb ik toch. De afgelopen weken bezocht ik een aantal basisscholen om te praten over de weerbarstige praktijk van cultuuronderwijs. Op de vraag welk doel de scholen zich stellen met cultuuronderwijs varieerde het antwoord van ‘dat leerlingen weten wat cultuur inhoudt’ tot ‘het creëren van een grotere wereld’ en ‘sociale betrokkenheid van de kinderen vergroten’. Een school formuleerde het nog mooier: ‘Cultuureducatie ter vergroting van het probleemoplossend vermogen van het kind.’
Ik vind alle bovenstaande antwoorden op de waaromvraag (groot en klein) goed en hoop met de lessen die ik zelf geef een bijdrage te leveren aan het bereiken van deze doelen. Het ontwikkelen van vaardigheden als luisteren, verwonderen, kijken naar jezelf in de wereld en creatief denken is voor mij niet een bijeffect maar een doel van cultuureducatie. Mooie woorden, al zeg ik het zelf. Maar wanneer je hierbij net als ik gekozen hebt voor de kunstdiscipline muziek, dan valt dat in de praktijk niet mee.
Muziek, wat een vervelende kunstvorm
Muziek staat al vanaf 1957 op het lesprogramma van het basisonderwijs, maar dat is misschien eerder een nadeel dan een voordeel ten opzichte van andere kunstdisciplines. De muziekmethodes en veel docenten die ik ken, lijken in eerste instantie geprogrammeerd op het aanleren van vaardigheden, het ambacht. Dat is aan de ene kant logisch, want om alleen al geluid uit een instrument te krijgen moet je best wat kunnen. Helaas kom je nogal eens niet verder dan dat. Creativiteit komt soms pas aan bod op het moment dat de creativiteit van het kind al vakkundig de vernieling is geholpen. Jammer! Het ambacht is uiteindelijk niets meer dan een hulpmiddel om als muzikant je eigen verhaal te kunnen vertellen. Dat eigen verhaal, dat is waar het echt om gaat!
Wat kan muziek toch een vervelende kunstvorm zijn. Het is zo – excuser le mot – fucking directief. Als ik me bedenk hoe vaak ik op een gemiddelde lesdag de woorden ‘fout’ en ‘nee’ gebruik of een leerling corrigeer, dan word ik daar wel eens droevig van. ‘Een punt erbij voor de creativiteit en een punt eraf omdat het fout is.’ is een bekende opmerking van muziekdocenten. Wie denken we wel dat we zijn als muziekdocenten dat we kunnen bepalen welke noot er goed of fout is? En welke gevolgen heeft dat wel niet voor de motivatie van de leerling?
Zwart-wit bekeken heb je het aanleren van vaardigheden (Hoe moet het?) aan de ene kant van het spectrum en aan de andere kant het ontwikkelen van creativiteit (Hoe zou het kunnen zijn?). Waar leg je in je lespraktijk het accent en aan welke kant begin je? Misschien gaat het een wel ten kostte van het ander? Begin je bij de creativiteit, dan is er misschien minder aandacht voor bijvoorbeeld een goede speelhouding. Aan de andere kant, door te veel uit te leggen ontneem je de leerling de kans om iets zelf uit te vinden. Ik zou graag veel dichter bij de creativiteit beginnen. Volgens mij kun je dan de bredere doelen die je met les in kunst zou kunnen hebben beter waar maken. Dat is spannend maar ook eng! Je moet namelijk nogal wat conservatoriumwijsheid los durven laten.
Intermezzo: Goddank is er Toon Oomen, slagwerkdocent in Oosterhout. Hij doet het gewoon, beginnen bij de creativiteit. Zijn interview door Mark Eeftens in Slagwerkkrant nr. 191 is een aanrader.‘De eerste opdracht voor thuis is het maken van een tekening met kleurpotlood. De volgende les zeg ik dan: speel die tekening maar!’ Natuurlijk is er dan nog geen sprake van ritme of techniek maar de leerlingen zijn wel meteen bezig met klank en verbeelding.
Wanneer een leerling zijn instrument heel goed kan bespelen is dat razend knap maar voor mij niet genoeg. Voor de liefhebber zal ik nog even uit de doeken doen waarom dat voor mij zo werkt. (Het onderstaande is misschien een tikkeltje hoogdravend, maar zo rond Kerstmis moet dat kunnen.) Ben je bezig met muziek, beeldende kunst of welke kunstvorm dan ook, dan train je als het goed is een aantal eigenschappen die we heel hard nodig hebben in de wereld: creativiteit, vragen stellen en nieuwsgierigheid.
Nieuwsgierigheid als oplossing voor wereldproblemen
Waarom is lesgeven zo leuk? Simpel, kinderen zijn nieuwsgierig en stellen altijd vragen. Ze weten het soms goed te verstoppen maar ze willen altijd leren. Waar het volgens mij om gaat is dat je die nieuwsgierigheid weet te behouden. Je moet hem blijven prikkelen want ik denk dat we er niet genoeg van kunnen hebben. Nieuwsgierigheid (blikverruiming) staat tegenover angst (blikvernauwing) en kan volgens mij de oplossing voor een groot aantal wereldproblemen dichterbij brengen. De vraag ‘Hoe zou het zijn om te moeten vluchten?’ brengt ons bijvoorbeeld al een stuk dichter bij de oplossing van het vluchtelingenvraagstuk dan de gedachte ‘Asielzoekers zijn een bedreiging voor onze welvaart’. Ben je nieuwsgierig genoeg? Dan ben je ook benieuwd naar de argumenten tegen Zwarte Piet. Hoe is het wanneer je zelf een kleurtje hebt en je komt Zwarte Piet tegen? Hoe voelt dat? Combineer dit met een gezonde dosis vrijheid van meningsverandering en dan is dat probleem ook weer opgelost.
Gelukkig is er goed nieuws van Loesje: ‘Angst is nieuwsgierigheid die nog in de kast zit.’ Hoe je bij zoveel mogelijk mensen de angst uit die kast krijgt? Dat weet ik niet maar veel kunst en cultuur zal allicht helpen. Voor sommige muziekdocenten ben ik nu misschien erg afgedwaald van hun vak. Zonder hier meteen een waardeoordeel aan te willen verbinden, iedereen geeft immers anders les; voor mij heeft het alles met elkaar te maken. Ik wens je een fijne Kerst en veel nieuwsgierigheid in 2016!
foto’s: Gefiguurzaagde kerstboom, gekregen van leerling Nathan en still uit de film Whiplash.
1 reactie
Er zijn twee lessituaties: de muziek/kunstles waar het ambacht wordt onderwezen en de muziek/kunstlessen in het onderwijs. Hoewel het niet helemaal zwart wit is, is in de laatste situatie het doel meer gericht op de bevordering van creativiteit. Terwijl in de eerste situatie een vak wordt overgedragen en waar weinig tot geen plaats is voor creativiteit.
Dat is helemaal niet erg als je maar weet waar je op welk moment mee bezig bent en als je maar blijft zoeken naar mogelijkheden om uit te wisselen.