Goed en toegankelijk muziekonderwijs kan niet zonder ondersteuning

Onze ingezonden brief in het Dagblad van het Noorden op 2 december 2022:

“Door jarenlange bezuinigingen zijn er nauwelijks meer muziekscholen in Nederland,” beweerde televisieprogramma Zembla een jaar geleden. Om dit beeld te nuanceren deden we begin dit jaar een inventarisatie. We vonden in de drie Noordelijke provincies 56 organisaties, in allerlei vormen, waar meer dan twee muziekdocenten werkzaam zijn. Negen daarvan bevinden zich in Drenthe. Maar per 1 juli 2023 moeten we onze inventarisatie herzien omdat Scala, een van de weinige grote spelers in de provincie Drenthe, ophoudt te bestaan – het is financieel niet langer verantwoord om door te gaan.

Als onderdeel van onze inventarisatie tekenden we hele verschillende verhalen op uit een werkveld dat de afgelopen jaren sterk veranderd is. Met name in de wat meer landelijk gelegen gebieden is de situatie niet rooskleurig. In de regio Emmen bijvoorbeeld viel kunstencentrum CQ weg. De muziekdocenten die daar overbleven geven nu als ZZP’er les op een industrieterrein tegen een uurtarief waar amper brood mee te verdienen valt. Men maakt zich daar zorgen over de beschikbaarheid van gekwalificeerde muziekdocenten in de regio in de toekomst. Het ontbreken van enigszins redelijke arbeidsvoorwaarden maakt dat er nauwelijks nieuwe docenten een lespraktijk beginnen in Emmen. Het vaste contract was voor docenten van CQ voorheen een van de redenen om naar Emmen te komen.

En nu verdwijnt Scala dus ook.

Niet alle gemeenten verminderen of stoppen hun steun voor het naschools muziekonderwijs. In Noord-Nederland zijn 21 instituten die muzieklessen voor iedereen bereikbaar maken dankzij het geld dat ze ontvangen van verschillende gemeentes, zo bleek uit onze inventarisatie. Maar vermindert of stopt die steun wel, dan wordt de muziekles te duur voor veel gezinnen, ondanks de mogelijke steun van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Of ‘fair pay’ van de muziekdocent – waar staatssecretaris van cultuur Gunay Uslu zo op aandringt – verdwijnt uit zicht.

De instituten die we spraken weten het al: betaalbare muzieklessen aanbieden en tegelijkertijd je docenten fatsoenlijk betalen is in de praktijk onmogelijk zonder voldoende financiële ondersteuning van een gemeente.

Muziek is emotie. Muziek leert je wie je bent, verbindt je met elkaar en de wereld, helpt je je leven te leiden. Het is niet voor niets dat de cruciale momenten van het leven (geboorte, huwelijk, verjaardag, dood, allerlei feestdagen in de diverse culturen die het noorden rijk is) ondenkbaar zijn zonder muziek. Wekelijks zingen in een koor kan vereenzaming tegengaan. Muziek houdt jongeren van de straat en geeft ze zelfvertrouwen. Muziekleerlingen zijn de toekomstige bezoekers van theater en concerten.

Laagdrempelig kennismaken met muziek op school is daarom van onschatbare waarde. Maar de cirkel is pas rond wanneer het voor iedere inwoner mogelijk is om tegen een behapbare vergoeding na schooltijd een vuurtje te maken van de vonk die onder schooltijd overslaat.

Wij zien dat gemeentes muziekonderwijs op heel verschillende manieren ondersteunen. We zijn met zijn allen op zoek naar een eigentijdse vormgeving van muziekonderwijs en de financiering daarvan. Dat moet ook, want de wereld is veranderd en muziekonderwijs zal mee moeten veranderen.

Wij zien ook dat in meer en meer gemeentes ondersteuning van muziekonderwijs vermindert of verdwijnt. Daar ligt voor ons een grens die we niet over moeten. We roepen gemeentes en hun politici en bestuurders op om het onderhouden van een brede muzikale infrastructuur tot hun kerntaak te blijven rekenen. Bijdragen aan gezond en toegankelijk muziekonderwijs zou net zo normaal moeten zijn als het onderhoud van straten en openbaar groen en van sportfaciliteiten. Dat besteden we ook niet uit aan ‘de markt’.

Om trompettist Eric Vloeimans in die Zembla-uitzending van een jaar geleden aan te halen: stop met het praten over ondersteuning van muziekscholen als ‘subsidie’. We subsidiëren ook geen straten en parken. We onderhouden ze. En ons muziekonderwijs verdient dat onderhoud; het hoort bij de basisvoorzieningen van onze samenleving, onze jeugd verdient dat.

Als we een toekomstige samenleving willen waar figuurlijk gesproken muziek in zit, dan moeten we daar letterlijk werk van maken.

Ingeborg Walinga, directeur Prins Claus Conservatorium, Hanzehogeschool

Evert Bisschop Boele, lector Kunsteducatie Hanzehogeschool

Imre Kruis, drumdocent en onderzoeker Lectoraat Kunsteducatie Hanzehogeschool

Geef een reactie