Kill your autopilot!

‘You’ve got to learn your instrument. Then, you practice, practice, practice. And then, when you finally get up there on the bandstand, forget all that and just wail.’ Wijze raad van Koning Bebop Charlie Parker. Hij studeerde zestien uur per dag. Hoor ik hem spelen, dan klinkt het me alles behalve gestudeerd in de oren. We kunnen het hem niet meer vragen, maar waarschijnlijk ging het spelen ‘vanzelf’. Hij dacht niet na, liet zijn instrument gaan.

Het is wat Jazz voor mij zo leuk maakt. Waar je het ene moment linksaf ging, kun je een paar maten later besluiten om naar rechts te gaan omdat de muzikale situatie daarom vraagt. Vooral niet repeteren en niet te veel afspraken maken. Immers, alles wat je afspreekt kan fout gaan. Spreek je niets af? Dan kan het ook niet fout gaan, alleen anders dan je van te voren had bedacht. Dat klinkt flauw maar het is heel serieus bedoeld.

Meer Jazz in de les!

Volgens mij werkt het met lesgeven ook zo. Zou je niet altijd de mogelijk moeten hebben om linksaf te gaan waar het oorspronkelijke lesplan rechtsaf voorschrijft? Lesgeven kun je zien als een voortdurende zoektocht naar meest logische volgende stap (als die al bestaat). Je moet het niet uitsluiten, maar de kans dat je de volgende logische stap op de volgende pagina van het lesboek vindt, is in de praktijk best klein. Iedere leerling is anders en de meest logische volgende stap is van zoveel dingen afhankelijk! De Top 40? De vraag van een leerling?  Een speelprobleem dat opduikt? Het weer misschien?

En daarbij, je wordt er zo flauw van. Horen Lezen Spelen, Methode voor drumset 1 t/m weetikveel, De Yamaha Methode, Real Time Drums en zelfs m’n eigen Drumlesboek. Allemaal goed bedoeld maar het zijn iedere keer dezelfde speelstukjes die je voor de honderdste keer behandelt en dat straalt toch af op de leerling. Of ben ik de enige muziekdocent die daar last van heeft? Om Dexter Gordon – nog zo’n saxofoonheld – te citeren: ‘S.O.S.: Same Old Shit.’

Aanrommelen in de positieve zin des woords

2011-03-22-practice-chartMaar hoe doe je dat? Het lesplan laten voor wat het is zonder dat het aanrommelen wordt? Het betekent dat je bereid moet zijn om je oren goed open te zetten, je automatische piloot te liquideren, moet durven loslaten en dat je uitgerust moet zijn met een enorme hoeveelheid aan kennis van vaardigheden, muziekstijlen en een grote boekenkast zodat je iedere leerling kunt bedienen op zijn of haar niveau. En precies daar komen die 16 uur per dag van Charlie Parker om de hoek kijken. Die stelden hem in staat om het op het podium ‘gewoon maar laten gaan’. Zo werkt het volgens mij ook voor muziekdocenten.

Alleen als je alle boekjes, methodes, lesmateriaal, technieken en oefeningen gecheckt hebt, weet je wat de bandbreedte is waarbinnen je kunt bewegen, heb je altijd een passende oefening bij de hand, kun je de methode los laten en weet je wanneer je met kwaliteit of met onzin bezig bent. Jij als docent bént de methode. Zoals het woord Jazz in de praktijk soms een verkeerd excuus is om onvoorbereid op het podium te verschijnen, is dit verhaal geen excuus om in het leslokaal zomaar maar wat te doen. Het is juist een pleidooi om als docent te blijven nadenken en zo de muziekles serieuzer te nemen.

Gezonde twijfel aan het nut methodes

Zijn alle methodes dan alleen maar goed voor onderin in de kattenbak? Nee natuurlijk niet. Een methode is volgens mij heel geschikt voor iemand die niet weet wat die bandbreedte is en niet 16 uur per dag gestudeerd heeft. In zo’n geval werkt een methode juist als waarborg voor kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan een groepsleerkracht op een basisschool die muziekles geeft met een Digibord methode. Heel fijn dat er zoiets bestaat.

Er zijn natuurlijk muziekdocenten die het juist heel prettig vinden dat de volgende oefening altijd op de volgende pagina te vinden is. Net zoals dat er leerlingen zijn die baat hebben bij een boekje dat je van voor tot achter kunt doorwerken in plaats van al die losse blaadjes waar ik ze in de regel mee bestook. Voor mij werkt het anders. Twee avonden achtereen hetzelfde spelen, twee keer een drumritme op precies dezelfde manier uitleggen. Ik kan het niet. Gelukkig bestaan er veel verschillende muziekdocenten.

Een gezonde hoeveelheid twijfel aan het gebruik van de methode die je als muziekdocent gebruikt is niet verkeerd als je mij vraagt. Misschien wordt het gebruik van methodes over het algemeen wel overschat? Het gebruik van een muziekmethode om zo snel mogelijk van A (leerling kan nog niets) naar B (leerling kan iets) te komen past goed in onze resultaatgerichte maatschappij. Maar kijk eens terug op je eigen muzikale ontwikkeling.  Dikke kans dat je jouw instrument niet langs één rechte lijn maar langs een hobbelige weg vol gaten en omwegen hebt leren bespelen.

Beste muziekdocenten, zullen we het vanaf morgen helemaal anders gaan doen?