Tilmars tasje

Wanneer je in Florence loopt, over het piazza della Signoria, dan kun je ze tellen. In Giethoorn zie je ze ook veel. Of aan de Costa del sol. Heuptasjes, gedragen door toeristen in sportschoenen of sandalen. Ingesmeerd met iets te veel zonnebrand. Camera voor de buik. En onder die buik hangt… een heuptasje. Buiten de vakanties om zie je eigenlijk nooit iemand met zo’n ding. Want laten we wel wezen, het ziet er gewoon niet uit. Eigenlijk draagt geen weldenkend mens een heuptasje. Of nou ja.

Ik ken één pianist met zo’n heuptasje. En hij heeft het elke dag bij zich. ‘Wat zit er toch in dat rare tasje van die pianist?’ vragen veel mensen zich af. Waarmee vul je zo’n ding? Autosleutels? Een Telefoon? Nee hoor. Ik zal het je vertellen.

Helemaal onder in het tasje zit de traditie. Best veel traditie trouwens. Heel veel kennis, over die ouwe pianogasten. Earl Hines, Tadd Dameron, Bud Powell. Welke voicings gebruikten ze? Welke timing? Het is nogal wat om elke dag met je mee te moeten tillen, maar het is z’n bron. De pianist zweert erbij. En traditie, zo vindt hij, is niet het aanbidden van de as. Het is het doorgeven van het vuur[1].

Daarbovenop in het tasje nog zijn eigen traditie: de Haagse school. Een waanzinnig leerzame en swingende tijd. Een tijd waarin vriendschappen voor het leven werden gemaakt. Tegelijkertijd werden er in lokaal 502 veel schoppen onder konten uitgedeeld. De leermeesters van toen wisten niet beter.

Waar je ook heen gaat, wat je ook doet. Zo’n tasje met traditie zeul je steeds met je mee. Thuislaten lukt niet. Gelukkig kun je er wel van alles bij in stoppen. En dat deed ook de pianist waar dit verhaal over gaat. Hij deed dat tijdens de reis die hij maakte van Deventer naar Groningen, naar de randstad en naar Zwolle.

Hij vult het tasje bijvoorbeeld met perfectionisme. Meer dan hem lief is. De pianist neemt gewoon geen genoegen met middelmaat. Waar het vandaan komt weet ik eigenlijk niet en de mensen die hem beter kennen, die kunnen het je misschien vertellen. Heb je je als student net in het zweet gewerkt. Zegt de pianist. “Ok. Te gek, maar dit en dit en dit en dit.” Het is niet snel goed. De volgende les heb je als student nog beter voorbereid. Is het nu goed? “Ja, maar werk nog even aan dit en dit en dit.” Het drijft studenten zo af en toe tot wanhoop, maar uiteindelijk wordt het zeer gewaardeerd. Fijn juist, zo’n docent die je echt de waarheid zegt! En vooral omdat hij dat niet doet om z’n eigen ego te strelen. Maar omdat jouw ontwikkeling hem aan het hart gaat. Omdat hij in je gelooft. Gelooft dat je nog een stapje beter kunt.

De pianist stopte de laatste jaren nog veel meer leuks in het tasje. Zoals het groeiende inzicht dat elke student gezien wil worden. Dat je geen schop onder je kont maar een luisterend oor verdient als het even niet zo lekker gaat in de studie. Studenten die uit beeld dreigen te raken worden eens in de zoveel tijd gebeld. Hoe gaat het? Kan ik je helpen? Je weet dat je altijd welkom bent hè?

En er kwam wat muzikale breedte bij. Want gaat het er niet gewoon om dat elke student gelukkig wordt van de muziek die hij maakt? Ook als dat geen jazz is? Dan kan het dus zomaar voorkomen dat de jazzpianist apetrots vertelt over een student die op zijn eindexamen alleen maar country speelt, hiphop of heavy metal. Die trotsheid is niet gespeeld. Ik heb dat van dichtbij gezien. Het komt voort uit oprechte belangstelling. Je onderwijst niet het instrument maar de student. Een prachtige grondhouding als je het mij vraagt.

Is er nog ruimte in het tasje? Ja hoor. Voor mails. Ontzettend veel mails. De hele dag door, ook in de avonduren. Er is nog wel ruimte in het tasje voor net te weinig slaap, waardoor je overdag soms moeite hebt om de juiste woorden te vinden. Dit afgetopt met empathie, fijnzinnige humor en aardigheid. Aardigheid, dat klinkt zo casual. “Hij is erg aardig.” Maar hij is het gewoon. Het is het eerste wat iedereen zegt als je over de pianist begint.

Collega’s vragen hem wel eens of het tasje niet te vol zit. “Nee dank je. Het is onder controle”, is steevast het antwoord. Het gesprek over het gewicht van het tasje is niet zo goed mogelijk. Wel miste ik het heuptasje de laatste jaren af en toe. De beige jas bleef. De krullen bleven. Maar waar was toch het tasje? Had hij er afscheid van genomen? Nee hoor, er was gewoon een klein schoudertasje voor in de plaats gekomen. Het stond hem precies even knullig.

Het is nog te ingewikkeld om in de verleden tijd te praten over de pianist met het heuptasje. Iets in de buik, ergens boven dat tasje, werd de pianist fataal zeggen ze. Maar ik wil daar nog niet aan.

Liever denk ik nog dat de jazzpianist elk moment kamer 2.12 binnen komt lopen en aan het bureau tegenover me plaatsneemt. Een tikkeltje afwezig wel, met zijn hoofd al bij het volgende stukje onderwijs dat hij wil verbeteren of het volgende belletje met een langstudeerder.

Liever denk ik nog even na over alles wat ik van de pianist heb geleerd. Alles wat ik van hem in mijn eigen tas stop.


[1] Zoiets zei Gustav Mahler

foto boven: Kim Rozenberg, foto tasje: Decathlon

3 reacties

Wow, wat heb je mooi verwoord welke bagage Tilmar bij zich droeg. Zo herkenbaar, zowel de persoon Tilmar, als de bagage, als het tasje. Tilmar was een integer en bescheiden mens en had veel kennis van zaken. En hij had een zeer brede interesse. Ik zal jouw verhaal bewaren als een van de herinneringen aan hem, voor onze kinderen later. Dank je wel!

Geef een reactie