Gelukkig kom je ze nog geregeld in het wild tegen. Fietsers of wandelaars met een rugzak in de vorm van een gitaar of een trombone, een rechthoek (viool of sax) of een slakkenhuis (dat moet een hoornist zijn!). Ik kan er vrolijk van worden. Want goddank, ze bestaan nog. Mensen die iedere week de tocht naar de muziekschool, het oefenhok of de muziekvereniging maken. Terwijl ze ook gewoon thuis Candy Crush hadden kunnen spelen, kiezen ze ervoor om muziek te gaan maken. Wat bezielt die mensen toch?
‘Van muziek maken word je slim. Je wordt er rustiger van. Je kunt je beter concentreren en het kan een uitlaatklep zijn. Je leert beter luisteren en je wordt er socialer van. Drummers zijn beter in wiskunde. Muziek zorgt voor vuurwerk in je hersenpan!’ Regelmatig duiken er artikelen op waarin onderzoeken met deze uitkomst worden aangehaald. Muzikanten zijn er als de kippen bij om ze te delen op internet. Zie je wel! Muziek maken is gezond. Kom op muziekles! (Dat het leven van diezelfde beroepsmuzikanten in veel gevallen een aaneenschakeling is van slaaptekort, rugklachten en bedenkelijke broodjes van het benzinestation doet even niet ter zake.)
Zonder twijfel bevatten de onderzoeken en artikelen een kern van waarheid. Maar ik geloof niet dat slimmer, rustiger of gezonder worden voor muzikanten de drijfveer is om iedere dag het instrument weer uit de koffer te pakken, hoogstens voor ouders die hun kind op muziekles doen. Maar wat is die motivatie dan wel? Ik kan je geen algemeen antwoord geven maar ik kan je natuurlijk wel vertellen wat mij bezielt:
1. De kick van het leren
Ik vind het een kick om dingen kunnen die ik even geleden nog niet kon. In mijn drumhok ben ik altijd op zoek naar oefeningen die ik nog niet kan spelen. Wat ik al kan, is niet zo interessant meer. Dat heeft ook een uitwerking op de rest van mijn leven. Laatst heb ik bijvoorbeeld geleerd hoe je een goede mosterdsoep maakt zonder een pakje te gebruiken. Eerst kon ik het nog niet. Nu kan ik het wel. Dat is leuk!
Tegelijkertijd is er nog altijd heel veel wat me achter mijn drumstel nog niet lukt. Dat wordt ieder optreden maar weer duidelijk. Muziek maken is voor mij een strijd. Het gaat niet altijd helemaal naar wens. Of eigenlijk gaat het nooit helemaal naar wens. Die strijd heeft een verslavende aantrekkingskracht. Je bent altijd op zoek naar beter. Je blijft het altijd proberen, net als Sonny Rollins (84 jaar) die naar eigen zeggen zijn beste saxofoonsolo nog moet spelen.
3. Het geouwehoer
Het geouwehoer er omheen is voor mij ook een drijfveer. En dan bedoel ik niet het gesjouw met trommels, maar de sociale kant. De moppen aan de bar in de pauze van het concert. De reis in het busje naar het optreden Duitsland. Die keer dat Jan vlak voor het optreden een pakje vijgen leeg at. Die keer dat de versterker van Wim tijdens een optreden van een meter hoog naar beneden viel en het bleef doen (het klonk daarna eigenlijk beter). Die keer dat we met een paar vrienden een Suzuki Alto optilden die in de weg stond. Wat hebben we gelachen.
4. Het plezier
Niets ten nadele van mijn opleiding, maar hoe langer ik van het conservatorium weg ben, hoe beter het me lukt om dit plezier in mijn spel te stoppen. Het feest van muziek wordt voor mij nog ieder concert groter. Ik leer op mijn instrument steeds beter spelen zoals een kind dat in de zandbak doet en ik heb het gevoel dat dat de muziek ten goede komt.
Conclusie?
De conclusie is een gevaarlijke. Muziek is voor mij plezier maken. Het is leuk en ook nog (oh nee, daar komt ‘ie) gezellig. Haal je daarmee niet de legitimatie van muziek(-les) onderuit? Mensen die nooit op school gebatikt hebben, hebben behoefte aan meetbare argumenten voor muziekles en die vind ik nu juist van minder belang. Dat muziek maken gezond is, is in mijn ogen niet veel meer dan een leuke bijkomstigheid.
Door muziek (kunst) te maken train je je creativiteit en leer je om kijken naar jezelf. Dat zijn vaardigheden waar je ook in het deel van je leven dat zich niet op een podium afspeelt echt wat aan hebt. Bovendien is het gewoon heel leuk om met het ontwikkelen van die vaardigheden bezig te zijn. Dat is de echte reden dat ik mijn drumstel iedere keer weer in- en uitpak.
Is het niet jammer dat we de legitimatie, het nut of de zin, van muziek en kunst vaak zoeken buiten de kunst zelf? Zou de muziek ‘an sich’ niet genoeg moeten zijn? Churchill zei over voorgestelde bezuinigen op kunst en cultuur: “Maar waar leven we dan nog voor?” Hoe leg je niet-muzikanten of niet-kunstenaars dat uit? Is dat überhaupt te begrijpen zonder dat je zelf als speler of luisteraar ervaren hebt wat muziek kan doen?
De extra’s
Nou vooruit dan maar. Hier twee van die leuke, maar niet zo interessante artikelen:
Twee artikelen die volgens mij meer hout snijden:
- Waarom ‘een goed gevoel krijgen’ van kunst net zo belangrijk is als rekenen (De Correspondent)
- Muziekles nergens goed voor (Jeroen Schipper) Een mooi citaat uit dit artikel: “Ik geef geen muziekles omdat je er slim van wordt. Ik geef muziekles omdat je er mens van wordt.”
- Stop Defending Music Education (Huffington Post) Een tamelijk briljant citaat uit dit artikel van Peter Green: “Do not defend a music program because it’s good for other things. That’s like defending kissing because it gives you stronger lip muscles for eating soup neatly.”
Voor de meer visueel ingestelden onder ons:
Tot slot vind je hier een oneindige hoeveelheid goeie muzikantenmoppen voor aan de bar: Peter Guidi’s Jazz Jokes
Update 19 juni 2015. Ik schreef inmiddels iets wat je als vervolg zou kunnen zien: Hoofdvak Fantasie!